De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD passen het omstreden Amerikaanse computerprogramma PRISM niet toe, noch vergelijkbare programma’s. Dat benadrukte minister Ronald Plasterk vrijdag na afloop van de ministerraad.
Amerikanen zullen natuurlijk waarschuwen als ergens in Nederland iemand een terreurdaad beraamt, en het is wel ongebruikelijk dat diensten elkaar precies laten weten hoe ze aan alle informatie komen. De diensten werken allemaal volgens de regels die in hun land gelden; alleen is in Amerika nu discussie over die regels.
Samenwerking met een buitenlandse dienst hangt af van de “democratische inbedding” van de collegadienst, het respect voor de mensenrechten van het desbetreffende land, de betrouwbaarheid en de professionaliteit van de dienst. Intussen kunnen de AIVD en de MIVD buitenlandse diensten nooit vragen dingen te doen die ze hier zelf niet mogen, aldus Plasterk.
De Nederlandse diensten kunnen ook niet zomaar rondneuzen in onze gegevens. De minister moet daarvoor zelf een ‘last’ geven, maar dan moet er heel wat aan de hand lijken. Daarbij moet er geen mogelijkheid zijn om op een andere manier aan de inlichtingen te komen.
Plasterk begrijpt dat er zorgen zijn over de privacy, die moet volgens hem echt zo veel mogelijk worden gerespecteerd. Maar zorgen maken moeten we ons toch vooral omdat er terroristen bestaan, bleek uit zijn woorden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl